Schema's
SPSS naar Word
Opties in SPSS
FAQ
Links
 

Enquête invoeren

Inleiding De gegevens SPSS opstarten Definiëren variabelen Definiëren Value labels Definiëren Meetniveaus Opslaan structuur Invoeren waarden Tabellen Grafieken maken Bewaren gegevens

 

HET DEFINIËREN VAN DE VARIABELEN.

Zorg dat je in het tabblad "Variabele View" staat

In de eerste kolom “Name” komen de namen van de variabelen te staan. Een naam mag uit maximaal 64 tekens bestaan, en er mogen geen tekens als "–" of "." (de punt in staan). Ook spaties mogen er niet instaan. Vaak wordt gekozen voor korte namen. Voor de kosten mobiele telefoon zou gekozen kunnen worden voor de variable naam: Kosten_mobiele_telefoon_ per_maand (geen spaties vandaar het liggend streepje). Maar vaak wordt toch gekozen voor een nog kortere naam. In dit geval kiezen we voor "kostente".
De drie variabelen die wij hebben noemen we in dit voorbeeld:
Geslacht, provider en kostente.

Opdracht: Voer onder elkaar in de eerste kolom de namen van de variabelen in. De volgende kolommen worden ook gevuld, maar dit is van latere zorg. Kijk in onderstaand voorbeeld hoe het moet.

Als je het niet weet bekijk onderstaand filmpje hoe dit moet.

 

Boven kolom twee staat "Type". SPSS kent 8 verschillende typen variabelen.

Opdracht. Klik in de eerste rij onder type. De cel zal veranderen in onderstaande.

Klik vervolgens op de drie puntjes. Je krijgt dan onderstaand scherm.
In de onderzoeken die je in het eerste jaar doet, wordt bijna altijd gekozen voor Numeric.

Opdracht. Klik op de help knop en lees de informatie over de verschillende type variabelen.

Als je het niet weet bekijk onderstaand filmpje hoe dit moet.

Inleiding De gegevens SPSS opstarten Definiëren variabelen Definiëren Value labels Definiëren Meetniveaus Opslaan structuur Invoeren waarden Tabellen Grafieken maken Bewaren gegevens